Placeholder

‘Dankzij mijn happy pills ben ik weer mezelf’

Bijna een miljoen Nederlanders slikken antidepressiva, maar toch komt bijna niemand daar eerlijk voor uit. Best vreemd, vindt journalist Rianne (33). Waarom hebben de medicijnen toch zo’n negatief imago als ze je heel goed kunnen helpen?

‘Heb je dit gelezen? Toch wel iets om over na te denken,’ appt een kennis bij een foto van een artikel. De kop zegt me al genoeg: ‘Antidepressiva vrijwel altijd nutteloos en schadelijk.’ Daar gáán we weer… Ik begin een heel verhaal te typen over wat mijn medicatie voor mij betekent, maar dan bedenk ik me: ik hoef me niet te verantwoorden. Dus houd ik het kort. ‘Interessant, dank je’, antwoord ik.

Ja, ik slik antidepressiva, al bijna vier jaar

Nee, ik ben niet gek, maar ik heb de medicijnen wel nodig. Beginnen met medicatie was geen impulsief besluit, het was simpelweg iets waar ik niet langer omheen kon. Ik was al een tijd niet mezelf. Ondanks alle goede dingen in mijn leven – lieve vriend, toffe vriendinnen, geweldige baan, heerlijk huis – was ik niet blij. Ik kan niet goed omschrijven hoe ik me voelde in die tijd, ‘grijs’ komt misschien nog het dichtst in de buurt. Alles was grauw, ik was doodmoe, had nergens zin in en ik voelde me nooit écht fijn of vrolijk. En ik werd angstig, bang, voor zo’n beetje alles. Ik vond het eng om iemand te bellen, vond het niet fijn als mijn vriend ’s avonds wegging, moest mezelf moed inspreken om auto te rijden. Paniekaanvallen begonnen erbij te horen. Als ik in de spiegel keek, zag ik een doffe blik in mijn ogen.

Ik ben toch niet gek?

Een depressie besluipt je en bekruipt je. Langzaam veranderde ik in een schim van de vrouw die ik ooit was. Ik zocht hulp, bijna wekelijks ging ik naar een psycholoog. Ik wilde me zó graag beter voelen. Toch moest ik na een paar maanden toegeven dat het probleem groter was dan ikzelf. Dat ik het niet zelf kón, dat het me niet lukte de berg waar ik tegenop moest te bedwingen. Wat mijn ogen opende, was een knallende ruzie met mijn vriend. Mijn ontzettend stabiele, rustige vriend schoot verschrikkelijk uit zijn slof, omdat hij het gewoon niet meer trok met me. Toen wist ik: er moet nu iets gebeuren. Het idee van medicatie was al eerder in me opgekomen, maar dat had ik snel weer weggeduwd. Kom op, ik kon toch zelf wel opkrabbelen? Ik had toch geen pillen nodig om me goed te voelen? Ik was toch niet gek? Maar op dat moment kon ik niets anders meer bedenken en dus klopte ik aan bij mijn huisarts. Na uitgebreide gesprekken kreeg ik een recept voor het middel venlafaxine.

Antidepressiva haalt de scherpe randjes eraf

Als je begint met het slikken van antidepressiva, bouw je langzaam op tot je een voor jou goede dosis hebt gevonden. Je lichaam moet wennen aan de nieuwe stofjes die het binnenkrijgt en daardoor verergeren klachten eerst voordat ze afnemen. Dat heb ik geweten. De eerste twee, drie weken waren verschrikkelijk. Ik was doodmoe, overal bang voor, lag de hele dag te trillen en te zweten en kreeg nachtmerries. Elke avond rond acht uur – langer hield ik het niet vol – bracht mijn vriend me naar bed en bleef dan bij me tot ik sliep. Het was een hel, maar ik wist dat ik moest volhouden. De huisarts had namelijk gezegd dat als ik veel bijwerkingen zou krijgen, dat betekende dat het middel dus iets dééd. En dat is fijn, want niet ieder antidepressivum werkt bij iedereen. Het is soms even zoeken welk middel het best bij je past. Ik had dus mazzel, dat venlafaxine voor mij meteen bleek te werken. Want dat deed het!

Na een paar weken hielden het trillen en zweten op, vervaagden de angst en somberheid en kreeg mijn leven weer kleur. Ik had nieuwe energie, zin om af te spreken met vrienden, vond mijn werk weer leuk en voelde me rustig. Ik was altijd een piekeraar die niets minder dan ‘perfect’ van zichzelf eiste en nu kon het me opeens weinig meer schelen als ik ergens een kwartier te laat kwam. En kwam ik er onderweg naar een werkafspraak achter dat er een gigantische vlek zat in mijn jurk? Pech gehad. Ik durfde ‘nee’ te zeggen als iemand iets van me wilde dat ik niet zag zitten, ik kon alles weer zelf, zonder hulp, en had niet overal meer bevestiging voor nodig. Kortom: de grijze sluier verdween en ik was weer mijn sterke, positieve, onafhankelijke zelf. En dat was me nooit gelukt zonder mijn happy pills.

Meer kilo’s, minder seks

Maar natuurlijk hebben antidepressiva ook nadelen. Waar mijn hoofd vroeger functioneerde als agenda, to-dolijst, verjaardagskalender en notitieblok ineen, was ik nu een stuk minder scherp. Ik kan niet meer vertrouwen op mijn geheugen en moet alles wat belangrijk is opschrijven om het niet te vergeten. Daarnaast is mijn lijf ook veranderd. Ik ben vijftien kilo zwaarder, mijn libido is behoorlijk afgenomen en als ik wel seks heb, is een hoogtepunt bereiken nogal ehm… ingewikkeld. Ook is de medicatie verslavend, dat merk ik vooral als ik een dosis vergeet: hoofdpijn, zweetaanvallen, rillingen… Ik krijg meteen afkickverschijnselen. Heel vervelend, maar voor mij zijn ze het waard. De zon schijnt weer voor mij, het leven is geen tien tinten grijs meer. Dat is bijna alle ongemakken waard, maar ik begrijp dat dat lastig te begrijpen is als je nog nooit een depressie hebt gehad.

Lees ook: Wat is een depressie?

Dat merk ik ook aan de reacties die ik krijg. In het begin durfde ik mensen niet te vertellen dat ik antidepressiva slik, ik schaamde me dat ik pillen nodig had om me goed te voelen. Toch besloot ik open te zijn, geheimen zijn niets voor mij. Gelukkig reageerden de meeste mensen positief, maar ik krijg ook weleens reacties als: ‘Dat zou ik nou nóóit doen,’ ‘Als je er maar snel weer vanaf komt’ en: ‘Antidepressiva werken niet, dat is bewezen.’ Ergens doen die opmerkingen pijn, maar weer een voordeel van de antidepressiva: ze brengen me niet echt meer van mijn stuk. Niet dat ik ben veranderd in een gevoelloze zombie, ik ben nog net zo temperamentvol als vroeger en ik kan nog steeds enorm blij en enthousiast zijn. De scherpe randjes zijn er alleen af, vooral bij negatieve emoties.

Depressie is een ziekte

Op antidepressiva ligt nog een groot taboe, stellen psychiater Christiaan Vinkers en ziekenhuisapotheker Ronald Vis in hun in 2017 verschenen boek Even slikken – De zin en onzin van antidepressiva. Volgens Vinkers en Vis komt dat deels doordat ook de wetenschap nog niet precies weet hóé de medicijnen werken, maar dat veel mensen er baat bij hebben, staat wel vast. Het laatste decennium hebben talloze uitgebreide wetenschappelijke studies in zowel Europa als Amerika aangetoond dat mensen met een matige tot zware depressie veel baat kunnen hebben bij antidepressiva. Natuurlijk zijn er ook nadelen te noemen: naast de fysieke ongemakken en de verslavingsgevoeligheid ook het feit dat niet elk middel bij iedereen werkt en het soms een enorme zoektocht is een passend medicijn te vinden. Toch vinden Vis en Vinkers dat de nadelen van antidepressiva niet opwegen tegen de voordelen. Ze noemen de belabberde reputatie van de medicatie dan ook onterecht. Sterker nog: ze stellen dat een antidepressivum van levensbelang kan zijn voor mensen met een zware depressie.

Daar ben ik het mee eens. Depressie is een ziekte. Je ziet hem niet aan de buitenkant, maar de aandoening is net zo echt als een hartritmestoornis of een gebroken arm. Voor die laatste twee zijn er pacemakers, spalken en gips, voor depressie heb je andere oplossingen. Medicijnen die ervoor zorgen dat bepaalde stofjes in je brein weer in balans komen en die veel mensen een zetje in de goede richting geven op weg naar een gezonde geest.

Mijn medicijnen zijn geen wondermiddel

Want zo zie ik mijn medicijnen: als een zetje in de goede richting, geen wondermiddel. Ze kunnen je ondersteunen, maar je moet wél goed voor jezelf blijven zorgen. Dat ontdekte ik afgelopen najaar zelf. Ik volgde naast mijn baan al dik een jaar een zware studie en stond veel te weinig stil bij mijn leven. Bij hoe het met mijn relatie ging en hoe het met mijn lichaam en geest ging. Ik gunde mezelf geen tijd om dingen te doen die goed voor me zijn – sporten, af en toe op ‘onderhoudsgesprek’ bij mijn psycholoog, de natuur in, naar de sauna, een boek lezen – en langzaam gleed ik weer het grijze gat in. Zoals dat gaat bij depressies, had ik het ook deze keer eigenlijk niet door tot het al te laat was. Weer was het mijn partner die op de rem trapte en zei: ‘Zo kan ik het niet langer.’ Maar anders dan de vorige keer duurde het nu geen weken of maanden voor ik mezelf terugvond. Eigenlijk kon ik vrij plotseling een knop omzetten, en het feit dat dat lukte, kan ik alleen maar toeschrijven aan de antidepressiva. Die helpen mijn optimistische kant te versterken en angst en verdriet te onderdrukken. Precies wat je nodig hebt om de grijze sluier van je af te gooien.

Ik voel me trots en sterk

Of ik ooit nog van de antidepressiva afkom? Ik weet het niet. Depressie is niet per se chronisch, maar het is wel een ziekte waar je aanleg voor hebt of niet. Ik heb die duidelijk wel en zal dus altijd goed op mezelf moeten passen, altijd op mijn hoede moeten zijn voor het grijze monster. Mijn medicatie helpt me daarbij en als ik die nog jaren nodig heb, dan is dat maar zo. Dat maakt me geen slappeling. Ik schaam me niet meer en ik verdedig me niet meer. Ik slik mijn happy pills met trots. Want toegeven dat je iets niet alleen kunt, dat is pas sterk.

Welke invloed hebben antidepressiva op je libido?

Tekst: Rianne | Beeld: Shutterstock

Tip van de redactie

Diley White noise machine (witte ruis)
Witte Ruis Machine Ad
Bestel hier

Gerelateerde artikelen