5 manieren om niet te veel te eten

2 oktober 2019

Heb je een kwartier na het eten al vaak spijt omdat je een te volle buik hebt? Tijd voor wat simpel eetmanagement. Hier zijn 5 manieren om niet te veel te eten.

1. Eet mindful

Britse onderzoekers toonden aan dat mensen die zijn afgeleid, tot wel dertig ­procent meer naar binnen werken dan mensen die bewust eten. Zorg er dus voor dat je ­tijdens een maaltijd geen andere dingen doet, maar met alle aandacht bij je eten bent.

De eerste-hap-regel kan helpen bewuster te zijn en overeten tegen te gaan: concentreer je op de eerste hap die je neemt en vraag je bij elke hap daarna af of die net zo lekker is als de eerste. Is het antwoord halverwege je bord ‘nee’? Stop dan met eten.

Lees ook: ‘Snoepen zonder door te slaan: hoe doe je dat?‘

2. Leg na elke hap je bestek neer

Pas na zo’n twintig minuten kan je brein het signaal geven dat je verzadigd bent. Door die ‘trage’ reactie heb je soms nog steeds trek als je bord binnen tien minuten leeg is. Kwestie van tijdrekken en uitstelgedrag dus! Een slimme manier om wat langer en daardoor ook bewuster te eten: leg na elke hap je bestek even neer. Pas nadat je echt alles hebt doorgeslikt, pak je je mes en vork weer op.

3. Schep een kleinere portie op

Je bent geneigd meer te eten als je grotere porties (of verpakkingen) voorgeschoteld krijgt. Dat zeggen gedragseconomen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. We koppelen de portiegrootte onbewust aan de hoeveelheid die ‘fatsoenlijk’ is om te eten, ook al is die voor jou misschien wel te groot. Daarbij wordt het beleefd gevonden om je bord leeg te eten. Het gevolg: hoe groter de portie, hoe meer je eet.

4. Eet met je ‘verkeerde’ hand

Volgens onderzoek van de University of Southern California kun je door het eten met je verkeerde hand je calorie-inname met dertig procent verminderen. Door als rechtshandige met je linkerhand te eten (en andersom) maak je het jezelf namelijk net even wat moeilijker – en daardoor eet je minder snel.

5. Gebruik kleinere borden en grotere vorken

Hoe groter de omtrek van je bord of kom, hoe meer je opschept. De portie die erop ligt, lijkt dan namelijk kleiner (de zogeheten optische illusie). Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Als je je borden met doorsnee van 30 centi­meter ­vervangt door borden van 25 centimeter, verlies je volgens de onderzoekers zelfs al wat gewicht. Opvallend: voor vorken geldt juist het omgekeerde: hoe groter, hoe beter. Proefpersonen met een grotere vork aten gemiddeld minder dan proefpersonen met een kleine vork. Met een kleine vork voel je namelijk minder eten in je mond, waardoor je fanatieker gaat eten.

Tekst: Mara Ruijter