Marlies

Marlies verloor één kindje van haar tweeling

Kort na de geboorte van haar tweeling slaat bij Marlies het noodlot toe: haar zoon overlijdt. “Mensen feliciteerden ons met Eline, maar zwegen over David.”

“Ik voelde me verscheurd. Terwijl David van de beademing werd gehaald en langzaam stierf in mijn armen, vocht Eline nog voor haar leven. De nacht na Davids overlijden kreeg ze een hartstilstand en een klaplong. Wie moest ik meer aandacht geven: David, die in zijn kistje in een kamer in het ziekenhuis lag, of Eline, die we ook dreigden kwijt te raken? Ik wilde goed afscheid nemen van David, ik besefte dat ik die kans maar één keer kreeg, maar ook bij Eline zijn en borstvoeding voor haar blijven afkolven. Mijn man en ik liepen voortdurend heen en weer. We werden geconfronteerd met niet te maken keuzes: David alvast cremeren of eerst kijken hoe het met Eline zou aflopen? Alvast één kaartje sturen of afwachten? Mijn zwangerschap verliep in eerste instantie prima. De tweeling groeide goed, ik voelde me fit en had nergens last van. Ik had er geen rekening mee gehouden dat het zo gruwelijk mis kon gaan. Maar in de 27e week verloor ik opeens bloed. Omdat ik zelf op de kraamafdeling in een ziekenhuis werk, wist ik meteen dat er iets mis was. Ik ging naar de polikliniek en moest meteen de ambulance in. Met gillende sirenes werd ik naar het Sint Radboudziekenhuis in Nijmegen gebracht, waar ze een intensive care voor baby’s hebben. Daar hebben de artsen nog weeënremmers en longrijpers toegediend, maar de bevalling kon niet meer worden tegengehouden: David werd de volgende ochtend om half tien geboren, Eline zes minuten later. Waarom ze zo vroeg zijn geboren, is nooit duidelijk geworden

“Mensen feliciteerden ons met Eline, maar zwegen over David”

Op een A4’tje

De baby’s waren heel klein: David woog 930 gram, Eline 890. Ze pasten met z’n tweeën op een A4’tje. Ik mocht ze niet vasthouden na de geboorte: ze werden meteen aan allerlei slangen gekoppeld. Ik lag op de kraamafdeling en mijn kinderen lagen een paar etages lager. Ze moesten worden beademd, hun bloeddruk werd ondersteund en ze kregen medicijnen om hun kansen te vergroten. Dat Eline het uiteindelijk heeft overleefd, is een klein wonder. Haar toestand was net iets stabieler dan die van David. Bij David sloegen de medicijnen niet aan, waardoor hij niet goed kon worden beademd. Hij heeft nog 21 uur geleefd. Een paar uur voor zijn overlijden riep de arts ons bij zich. Ik voelde dat David al kouder was geworden, alsof het leven uit hem wegtrok. De arts vertelde ons dat David het niet zou redden. Behandelen had geen zin meer; het was een gevecht dat niet te winnen viel. In overleg hebben we toen besloten de behandeling te stoppen. We wilden niet dat David onnodig zou lijden.

Hoe het verder met Eline zou gaan, durfden de artsen niet te zeggen. Het was een ontzettend zware tijd. Eline kreeg verschillende infecties, nog een keer een hartstilstand en een klaplong. Ze moest, toen ze nog maar 800 gram woog, aan haar hartje worden geopereerd. De angst ook haar te verliezen, was groot. Mijn man en ik woonden die eerste week in het ziekenhuis. Pas toen ze van de intensive care naar een gewone afdeling mocht, kreeg ik langzaam hoop. Eline groeide, mocht naar huis, en leerde kruipen, lopen en praten als ieder ander kind. Inmiddels is ze een kerngezonde kleuter van vijf jaar. Ze doet het goed op school en heeft veel vriendinnetjes. Als ik haar zie spelen, kan ik me bijna niet meer voorstellen dat ze ooit zo’n extreem kleine baby was.

“Je blijft moeder van een onzichtbare tweeling.”

Onzichtbare tweeling

Natuurlijk ben ik enorm blij dat Eline het heeft gered, maar het gemis van David is er niet minder om. Mensen snappen dat vaak niet. Die zeggen: gelukkig heb je er nog een over. Maar we kregen twee kinderen om er van twéé te houden. Er hebben 27 weken lang twee kinderen in mijn buik gezeten, we waren ingesteld op een nieuw leven met een tweeling. We hadden twee wiegjes en twee maxicosi’s. David was ons kind en ik heb hem bijna een dag heel intens kunnen meemaken. In de uren dat hij nog leefde, groeide mijn liefde voor hem met de minuut. Ik ben blij dat ik, ondanks de stress om Eline op dat moment, goed afscheid van hem heb kunnen nemen. Nadat de artsen de beademing hadden gestopt, kreeg ik hem in een doek op schoot. Het was de eerste keer dat ik David vasthield. Ik heb naar hem gekeken: naar zijn handjes, zijn gezichtje, zijn lijfje. Hij was prachtig, maar ook zo klein en weerloos. Ik voelde hoe zijn hartje langzamer ging kloppen. Ik heb hem geknuffeld en kon dit moment, ondanks mijn verdriet, heel intens beleven. Een week na zijn overlijden hebben we David laten cremeren.

” Ik vraag me vaak af of Eline en David op elkaar hadden geleken”

Voor anderen is het vaak moeilijk te begrijpen dat je verdrietig kunt zijn om een kind dat zo kort heeft geleefd. Maar ik mis David. Elke mijlpaal in het leven van Eline confronteert me met het gemis van David. De eerste stapjes, de eerste keer naar school, de eerste keer Sinterklaas. Dan denk ik: daar had David ook bij moeten zijn. Ik vraag me vaak af of Eline en David op elkaar hadden geleken, dezelfde driftbuien hadden gehad bijvoorbeeld. Je blijft moeder van een onzichtbare tweeling. De meeste mensen hebben het nooit meer over David. Dat doet pijn. Beter iets raars of stoms zeggen, dan niets. Sommige vrienden hebben ons heel goed kunnen steunen, maar er waren ook mensen die ervoor wegliepen. Niet op kraamvisite kwamen bijvoorbeeld. Of een kaart stuurden waarop ze ons feliciteerden met Eline, en niets over David zeiden. Praten over de dood van een kind is voor veel mensen heel moeilijk. Dat zie ik op mijn werk ook vaak. Gelukkig heb ik veel steun aan lotgenotencontact. Omdat ik niet wist wat ik met mijn gevoel aan moest, heb ik contact gezocht met de Stichting Lieve Engeltjes. Daar kon ik mijn verhaal kwijt. Inmiddels zit ik in het bestuur en zet ik me ook in voor anderen.

Ik heb met het overlijden en gemis van David om leren gaan, maar hij hoort nog steeds bij ons. Ik draag een hangertje in de vorm van een hartje met daarin de as van David. We praten ook veel over David met Eline en Emma, onze oudste dochter. Ik vind het belangrijk dat hij bij ons blijft. Gelukkig kunnen mijn man en ik elkaar goed steunen. Je hoort soms dat mannen pas later een band met hun kind krijgen, maar mijn man had die binding met David meteen. We verwerken het allebei op een andere manier, maar hij mist hem net zo goed. Als symbool hebben we voor David een lieveheersbeestje gekozen. Als ik een kaartje stuur, plak ik er vaak een lieveheersbeestje bij. David heeft hier in huis een eigen plekje: een plankje boven in de vitrinekast. Daar staan zijn urn, zijn treintje en een aantal foto’s. Vaak brand ik een kaarsje voor hem. En als ik uitnodigingen stuur voor Elines verjaardag, doe ik er een gedichtje over David bij. Mensen vragen dan soms: ‘Ben je er nu nog niet overheen?’, maar dat maakt me niet uit. Het gat dat David heeft achtergelaten zal nooit verdwijnen.

Miskend verdriet
Ouders die kort na de bevalling één kindje van een tweeling verliezen, krijgen te maken met intense vreugde én intens verdriet. Ze ervaren dit vaak als een emotionele achtbaan, blijkt uit een onderzoek dat werd gehouden door maatschappelijk werkers in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). De omgeving richt zich dikwijls vooral op het kind dat nog leeft. Het opgroeien van dat kind kan confronterend zijn voor ouders, maar ook steun bieden: het houdt de herinneringen aan het overleden kind levend. Het LUMC besteedt speciale aandacht aan ouders die een kindje van een tweeling verliezen. Zo krijgen ouders begeleiding van een multidisciplinair medisch team en is er aandacht voor herinneringen aan het tweelingschap: een foto van de tweeling of voetafdrukjes van beide kinderen. Hoe vaak het voorkomt dat een van de kindjes van een tweeling overlijdt, is onbekend. De Stichting Lieve Engeltjes verzorgt lotgenotencontact: www.lieve-engeltjes.nl.

Tekst: Rosa Koelemeijer, beeld: Getty Images

Tip van de redactie

Apple iPad Pro
Ipad Ad
Bestel hier