marathon

Mijn eerste marathon

Tamara loopt dit jaar haar eerste marathon. Voor Santé hield ze een dagboek van haar trainingsperiode.

Over de drempel, juni
Hardlopen doe ik al een aantal jaar. Af en toe deed ik mee aan een georganiseerde loop, zoals de Dam tot Dam (16 km), maar stiekem droomde ik van een marathon. Maar waar zou ik de tijd vandaan halen om daarvoor te trainen? En is zo veel lopen niet slecht voor je knieën? Tijdens mijn wekelijkse rondje lopen, besef ik dat ik eigenlijk wel een uitdaging kan gebruiken. Wat houdt me tegen? Thuis schrijf ik me meteen in.

Eerste echte training, juli
Ik surf rond op internet op zoek naar een trainingsschema. Ik vind schema’s waarvoor ik tegen het eind van de trainingsperiode 35 kilometer moet lopen; in andere schema’s staat dat een duurloop van 25 kilometer volstaat. Bij een atletiekvereniging kunnen ze me vast goed begeleiden, denk ik.

Nog diezelfde week kan ik terecht voor mijn eerste training. Die bestaat uit een warming-up, rek- en kracht-oefeningen en een ‘kern’: deze keer is dat zes keer achthonderd meter lopen. Na afloop ga ik met de trainer om tafel. Hij zal een schema voor me opstellen en wil een aantal dingen van me weten. Of ik een lichamelijk intensief beroep heb bijvoorbeeld, en of ik nog andere sporten doe.

In het schema legt hij vast wat ik de komende maanden moet doen. Op zondag een lange duurloop, op maandag een herstelloopje, op dinsdag en donderdag een training bij de vereniging en soms op zaterdag een intervaltraining of korte duurloop.

Pijntjes, augustus
Ik merk dat ik sterker word van de trainingen, en voel me achteraf altijd heel goed. Bij de duurlopen smokkel ik een beetje. Volgens mijn schema moet ik anderhalf uur lopen, maar ik loop al één uur vijftig. Ik ben bang dat ik anders niet genoeg kilometers maak en de marathon niet ga halen. Naarmate de duurlopen langer worden, krijg ik soms last van pijntjes in mijn knieën. Ik maak me zorgen. Wat als mijn gewrichten het niet volhouden? Kan het eigenlijk kwaad dat ik nu al meer loop dan in het schema staat?

Een goed gesprek, september
Mijn trainer is duidelijk. Nu al te veel lopen, kan ervoor zorgen dat ik al ben opgebrand voor de marathon. “Tamara, die eerste marathon moet je ervaren. Hoe die verloopt, kun je nooit inschatten. Maar vast staat dat je die laatste kilometers op karakter loopt, en niet op oververmoeidheid.” Opeens zie ik in dat ik mezelf inderdaad een beetje aan het uitputten ben. Ik neem me voor om me strikt aan het schema te houden en ook naast de trainingen wat meer rust te nemen.

Laatste loodjes… september
Mijn droom komt elke dag wat dichterbij. Volgende week staat er een 30 km-loop op het programma, als ultieme voorbereiding. Ik ben stiekem best zenuwachtig. Er kunnen nog zo veel dingen roet in het eten gooien: blaren, een griepje… Maar het enthousiasme wint het van de zenuwen. Ik heb er eigenlijk gewoon heel veel zin in! Nog één maand te gaan.

30 kilometer, eind september
Vandaag loop ik de langste afstand die ik ooit heb gelopen: 30 km. Voor deze duurloop doe ik mee aan een georganiseerde training, vanuit het Olympisch stadion. De organisatie is prima: je kunt je eigen tempo kiezen, en dan loop je met een groep en een pacer (tempomaker) 30 kilometer, in verschillende lussen rond het Amsterdamse bos.

We komen tussendoor vier keer op hetzelfde punt uit, waar we steeds een minuut krijgen om wat te eten en te drinken. Bij 25 kilometer worden mijn benen zwaar. Bij dertig kilometer (we zijn dan drieënhalf uur onderweg) doen ze ronduit pijn. Voor de marathon moet ik dan nog 12 kilometer verder!

De rest van de dag ben ik moe en stijf. De volgende dag heb ik (o wonder!) helemaal nergens last van. Geen spierpijn, geen pijn in mijn knieën, niets!

Laatste weken
Net het laatste trainingsschema van mijn trainer gehad. De laatste weken moet ik meer trainen dan verwacht. Ik dacht dat ik na de 30 km-loop zou gaan afbouwen, maar hoewel ik wel wat minder ga trainen, moet ik nog twee lange duurlopen doen: een van twee uur en veertig minuten en een van drie uur en vijf minuten. Dat valt een beetje tegen! Volgens mijn trainer kan ik die kilometers nu makkelijk aan, omdat ik in de opbouw relatief weinig kilometers heb gemaakt.

Aan de andere kant ben ik ook wel blij dat ik nog twee keer echt lang moet lopen, dan raken mijn spieren en gewrichten misschien een beetje gewend en doet het tijdens de marathon zelf minder pijn. Hoewel ik van plan was om met energiegels te gaan lopen (een soort geconcentreerde sportdrank), wil ik het toch liever bij puur natuur-bananen houden. Van die sportgels kan je maag behoorlijk van streek raken, heb ik van mensen op de vereniging gehoord.

De 30 kilometer liep ik ook alleen op bananen, dus die laatste twaalf kilometer moet dan ook wel lukken. Bananen delen ze tijdens de marathon bovendien langs het parcours uit, dus daar hoef ik niet mee te slepen tijdens het lopen.

Last van zenuwen heb ik niet. Alleen wat gezonde spanning. Mijn grootste angst is alsnog geblesseerd raken of ziek worden. Ik heb nog nooit zo veel groenten, fruit en pasta gegeten, en drink al weken geen alcohol. Snoep probeer ik te laten staan (dat is het enige wat niet echt lukt). Eigenlijk ben ik er al helemaal klaar voor. Let the game begin!

Beeld GettyImages, tekst: Tamara/ Santé