Introvert 2100x1440

Introvert Jessica Tan probeerde extravert-zijn en schreef een boek

Vreemden zomaar aanspreken in de metro, een speech geven, stand-upcomedy doen: allemaal nachtmerries van een introvert. Jessica Pan, zelf introvert, besloot het toch allemaal te doen en schreef er een boek over.

Je boek is voor een mede-introvert zoals ik heel herkenbaar. Behalve dan het gedeelte waarin je al die enge dingen ook echt gaat doén. Hoe kwam je daarbij?

“Het meeste vond ik zelf ook doodeng hoor! Ik was net verhuisd naar Londen en voelde me behoorlijk eenzaam in die grote stad, als iemand die grotendeels thuis werkte. Dat maakte me nog meer socially awkward dan ik al was. Ik merkte dat ik het introvert-zijn ging gebruiken als een excuus om niet in mijn eentje ergens naartoe te gaan of mensen aan te spreken. Daarmee beperkte ik mezelf, door te zeggen dat ik ‘gewoon niet iemand was die speeches gaf of naar feesten ging’. Een self fulfilling prophecy dus. Ik besloot dat er iets moest gebeuren en vatte het idee op om mezelf een jaar lang te confronteren met alle angsten die ik had. Dat begon met het aanspreken van vreemden, waar ik een artikel over schreef voor The Guardian. Daarna werd ik benaderd door een uitgeverij, met de vraag of ik er een boek over wilde schrijven. Ik had toen al een lijst, met dingen die ik kon gaan proberen. Maar die eerste stap vond ik al meteen verschrikkelijk. Ik schaamde me kapot, om vreemden in de metro aan te spreken. In Londen is dat namelijk écht not done.”  

“Soms is het goed om jezelf uit te dagen”

Viel dat achteraf mee of tegen?

“Er waren genoeg ongemakkelijk momenten, met mensen die me vreemd aankeken. Maar het ging steeds beter. Een maand praten tegen onbekenden deed me realiseren dat mensen een stuk aardiger zijn dan ze lijken. We zitten allemaal met een chagrijnig hoofd in het openbaar vervoer, maar als je tegen iemand praat, stellen ze zich verrassend vaak open. Dat was voor mij echt een openbaring. Een psycholoog die ik sprak voor het boek had daar een goede visie op. Hij noemde het ‘pluralistic ignorance’, wat zoiets inhoudt als ‘niemand praat, omdat niemand praat’. Tótdat iemand het initiatief neemt. Oftewel: niemand zwaait, maar iedereen zwaait terug. Dat vond ik heel mooi, en het klopt nog ook.”

Voor welk gedeelte van het experiment was je het bangst?

“Stand-up. Daarom bewaarde ik het ook tot het laatst, want ik moest er zoveel moed voor verzamelen als ik kon. Eerst begon ik met public speaking, door een waargebeurd verhaal voor te lezen tijdens een literaire avond. Nachtenlang kon ik er niet van slapen. Er zaten 900 mensen in het publiek, ze betaalden voor hun kaartje, en het werd opgenomen. Als je het verprutst, staat het voor eeuwig online. Ik was doodsbang, maar had die angst al zó lang: ik wilde niet meer dat het mijn leven beheerste. Daardoor kon ik mezelf motiveren om toch dat podium op te gaan. Het ging uiteindelijk heel goed. Volgens mij is het normaal om bang te zijn voor zoiets. Sterker nog: ik denk dat degenen die daar geen angst voor hebben, de weirdo’s zijn. Vanuit de evolutie valt het ook te verklaren. Er zijn bijvoorbeeld onderzoekers die zeggen dat al die ogen op je gericht krijgen, hetzelfde voelt als gestalkt worden door een tijger of iets anders engs. Daarom is het overwinnen van die angst zo’n geweldig gevoel: het zit in ons DNA om er bang voor te zijn. Stand-upcomedy was me nooit gelukt als ik niet eerst dat verhaal op het podium had verteld. Want daar ging het nog om een vriendelijk publiek, terwijl je bij stand-up grappig moet zijn én het geaccepteerd is om behoorlijk onaardige dingen naar het podium te schreeuwen vanuit de zaal.”

“Als iemand me nu uitnodigt om te komen spreken, zeg ik gewoon ja!”

Je bent ontzettend eerlijk in het boek. Over de dingen die goed gaan, maar ook zéker over de mislukkingen.

“Ja, dat vond ik heel belangrijk. Een boek als dit werkt niet als je gaat liegen of de boel aandikt. Het moest leuk zijn om te lezen, maar óók mensen zoals ik helpen. Als kind en puber had ik veel aan zo’n boek gehad, al denk ik ook dat die struggle me sterker heeft gemaakt. Ik was ontzettend verlegen, stak bijvoorbeeld nooit mijn hand op in de klas en deed mijn uiterste best om onder het schooltoneelstuk uit te komen. Door dit experiment durf ik dingen te doen, die ik nooit had durven dromen. Als iemand me nu uitnodigt om te komen spreken op een event, zeg ik gewoon ja! Dat voelt echt livechanging. Het maakt me wel nog nerveus hoor, volgens mij gaan die zweethanden en snelle hartslag nooit over. Wat ik heb ontdekt dat helpt, is mijn verhaal vooraf oefenen op iemand anders. Dat haalt de zenuwen een beetje uit de lucht.” 

Een ander hoofdstuk in je boek gaat over het maken van vrienden. Waarom is dat zo moeilijk denk je, als we eenmaal de dertig zijn gepasseerd?

“Als je lange tijd dezelfde mensen om je heen hebt, kun je ze op een gegeven moment ontgroeien. Oude vrienden vinden het soms lastig om te accepteren als je verandert. Een tijd geleden kwam ik een vriend tegen met wie ik had gestudeerd. Hij kon maar niet geloven dat ik getrouwd was, omdat ik op de universiteit nooit dates had. Ik was toen 21! Daarom denk ik dat het bevrienden van nieuwe mensen heel bevrijdend kan zijn. Maar ja, vínd maar eens een nieuwe groep mensen die beter past bij de persoon die je nu bent. Ik volgde ooit een workshop over ‘how to be sociable’. Iedereen moest op een papiertje anoniem opschrijven waar ze zich voor schaamden. Dat leverde bijzondere verhalen op, van mensen die zich eenzaam voelden en graag meer mensen wilden ontmoeten, maar niet wisten hoé. Dat ze daarmee worstelden, had je nooit geraden als je ze zag zitten. Het is een stigma waar niemand over praat. Als ik zei dat ik nieuwe vrienden zocht, dachten mensen dat ik geen vrienden had. Die had ik wel, maar die woonden allemaal niet in Londen, een grote stad waarin iedereen zijn social circle al heeft gevormd.”

De laatste jaren horen we steeds meer over introvert en extravert, daarvoor was het een vrij onbekende term. Wanneer had jij door ‘dat je er een was’?

“Om mijn 24ste, toen ik in Beijing woonde. Ik werkte bij een magazine en had een baas die wat ouder was en me vertelde over introversie, zelf had ze het ook. Het was echt een ‘lightbulb moment’. Ik voelde zoveel herkenning, alles viel opeens op zijn plek. Daarvoor had ik het idee dat ik een weirdo was, door bijvoorbeeld niet naar grote muziekfestivals te willen. Maar als je dan hoort dat eenderde of tweederde, afhankelijk van het onderzoek, ook deels zoals jij is, dan voelt dat ontzettend geruststellend.”

Waarom denk je dat extraverte mensen meer aandacht krijgen in onze maatschappij?

“Ze laten meer en duidelijker van zich horen. Hebben een introvert en een extravert allebei een goed idee, dan is de kans groot dat je dat van de extravert eerder hoort. Maar ik heb wel het idee dat het aan het kantelen is. Bij bedrijven heeft men steeds beter door dat introverte mensen mínstens net zo’n goede ideeën hebben, en dat in grote groepen vergaderen en ideeën over tafel schreeuwen niet voor iedereen de way to go is.”

Je zou kunnen zeggen: waarom dan een boek schrijven waarin een introvert meer extravert probeert te zijn, terwijl extraverten al zoveel aandacht krijgen…?

“Ik snap wat je bedoelt, en wil ook echt niet zeggen dat we moeten veranderen wie we zijn. Het was puur bedoeld als een experiment. Voor mijzelf werkte het, omdat ik het introvert zijn gebruikte als een excuus om dingen niet te doen of zeggen. Ik sloeg erin door. We missen veel kansen en bijzondere ervaringen, als we ons altijd verschuilen achter dingen waar we bang voor zijn of niet zoveel zin in hebben. Soms is het goed om jezelf uit te dagen.”

“Ik had die angst al zó lang en wilde niet meer dat het mijn leven beheerste”

Zou het andersom ook werken, extraverten die proberen meer introvert te zijn?

Jessica Pan Auteursfoto Credit Ian Cook 1

“De meeste extraverten die ik ken zouden daar best wat van opsteken, omdat ze wel wat meer zelfreflectie kunnen gebruiken. Maar meestal haten ze het, omdat ze niet alleen kunnen of durven zijn. Voor de gemiddelde extravert is het goed om eens wat vaker alleen met hun eigen gedachten te zijn. Zelf heb ik geen idee wat ik denk of voel, als ik de hele dag mensen om me heen heb. Ik snap echt niet hoe extraverten dat volhouden!”

Je eigen experiment heeft, zo schrijf je, veel bijzondere gesprekken opgeleverd. Welke conversatie maakte de meeste indruk? 

“Oh, dat is moeilijk kiezen! In de trein naar Parijs had ik een gesprek met een oudere Franse man, die een heel bijzonder levensverhaal bleek te hebben. Normaal gesproken zou ik gewoon naast hem hebben gezeten met mijn neus in een boek, maar dit voelde veel waardevoller. We zijn vaak bang om in onze gesprekken de diepte in te gaan, maar ik sta er versteld van hoeveel je dat kan brengen. Zo sprak ik een keer mijn buurvrouw aan, en stelde vanwege het experiment bewust diepgaande vragen. Daardoor werden we snel close en nu is ze een van mijn beste vrienden. Dus je weet nooit, wat het aanspreken van iemand die je nog niet kent je voor moois kan brengen.” 

In ‘t kort

Jessica Pan werd geboren in Texas en woont tegenwoordig in Londen, waar ze als afgestudeerd psycholoog en freelance journalist onder andere voor The Guardian en Vice schrijft. Het boek ‘Sorry dat ik te laat ben, maar ik wilde niet komen – avonturen van een introvert die extravert gaat leven’ is haar debuut. € 20,99, uitgeverij Lev (vanaf 11 juni)

Tekst: Sara Madou / Beeld: GettyImages

Leestip

781x1200 1
Bestel hier