pijngrens

Q&A: Wat bepaalt je pijngrens?

Marijtje Jongsma (51), neurowetenschapper en universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, geeft antwoord op deze vraag.

Marijtje Jongsma: “Er is een verschil tussen nociceptie – het vermogen om een schadelijke prikkel waar te nemen – en pijn: een emotie die in de hersenen ontstaat. Stel, ik zet een satéprikker op je arm. Dat voel je. Wanneer ik doordruk, slaat het drukkende gevoel op een gegeven moment om in nociceptie. Dat is een andere sensatie, waarbij andere zenuwen zijn betrokken. Dit omslagpunt, van gevoel naar nociceptie, noemen we de pijngrens. Het voorbeeld met de satéprikker is duidelijk, omdat er sprake is van een externe bedreigende prikkel. Maar in de meeste gevallen wordt pijn niet veroorzaakt door zo’n duidelijke externe prikkel. Denk aan buikpijn, migraine of pijn na een operatie. Deze vormen van pijn zijn lastiger te meten en te omschrijven, omdat het hier om een daadwerkelijke pijnbeleving gaat.” 

PIJN IS PERSOONLIJK 

“Hoe snel je de pijngrens bereikt, wordt onder andere bepaald door het lichamelijke karakter. Als een schadelijke prikkel dicht bij je zenuwen komt, ervaar je sneller pijn. Ook door bepaalde ziektes of ander letsel kan verhoogde gevoeligheid optreden. Bij brandwonden zien we vaak dat het gebied daaromheen ook gevoeliger is voor pijn. De dikte van de huid kan een rol spelen, maar ook de manier waarop we pijn interpreteren en verwerken in de hersenen. Omdat pijn zo’n subjectieve beleving is, kun je niet zeggen: je stelt je aan. Het is heel persoonlijk. Als iemand zegt dat hij pijn heeft, klopt dat. Helaas handelen we daar vaak niet naar. Zo is pijnempathie meestal makkelijker op te brengen bij zichtbare schade, zoals een gebroken been. Bij niet-zichtbare pijn vinden we iemand sneller een aansteller.”

Lees ook het antwoord op de vraag ‘waarom blozen we?’

PIJNGRENS VERLEGGEN

“Of je de pijngrens kunt verleggen? Ja, maar de vraag is: waarom zou je dat willen? Pijn waarschuwt ons namelijk voor gevaar. Je kunt pijn wel tijdelijk verminderen door hem te dempen met een nieuwe pijnprikkel. Als je valt, wrijf je vaak over de pijnlijke plek. Het geven van extra input activeert het endogene-opioïdesysteem in de hersenen. Dit systeem produceert endorfine, een lichaamseigen pijnstiller. Afleiding en ontspanning helpen ook. Door te ontspannen voorkom je défense musculaire, een beschermend mechanisme waarbij je spieren verkrampen en dat uiteindelijk meer pijn kan veroorzaken. Bij belangrijke sportwedstrijden of ernstige oorlogswonden is er soms sprake van stress-analgesie. Op zo’n moment ben je alert en voel je weinig tot geen pijn. Een vecht- of vluchtreactie kan het pijnsysteem tijdelijk blokkeren. Pas als je in veiligheid bent, kunnen je hersenen de pijninformatie verwerken. Daarnaast heeft een gezonde leefstijl ook een positieve invloed op je pijngrens.”

Beeld: Gettyimages, tekst: Maike Abma