Placeholder

Een snufje minder… zout

Helemaal zoutloos eten is niet lekker, niet haalbaar en bovendien niet nodig. Maar omdat we doorgaans te veel zout binnenkrijgen, is het beter wat te minderen. En dat is gemakkelijker dan je denkt.

1. We eten te veel zout. De een is ‘zoutgevoeliger’ dan de ander. Kinderen die nu te veel zout eten, kunnen op latere leeftijd een hoge bloeddruk krijgen. Hoeveel effect je zoutconsumptie precies heeft op je bloeddruk is alleen door een specialist vast te stellen.

2. het lichaam heeft dagelijks een minieme hoeveelheid zout nodig. Er is van nature voldoende aanwezig in bijvoorbeeld groenten en aardappelen. Diëtist Lenny Versteegden: “Als je toch zout strooit, let er dan op dat het jodiumhoudend is. Jodium komt in weinig voedingsmiddelen voor en bevordert de werking van de schildklier.”

3. Driekwart van het zout dat we binnenkrijgen, komt van kant-en-klaarproducten en van brood. De overheid heeft er bij de voedingsmiddelenindustrie op aangedrongen vóór eind 2009 het zoutgehalte in voedingsmiddelen met tien tot vijftien procent te verlagen. Daarop heeft unilever het zoutgehalte in Unox-soepen als Cup-a-Soup al rigoureus verlaagd.

4. Moeilijk, minder zout eten? “Al binnen een paar dagen zijn je smaakpapillen gewend aan een minder zoute smaak”, zegt Versteegden. “Gebruik andere smaakmakers, zoals nootmuskaat bij bloemkool, bonenkruid bij bonen en bieslook bij wortelen. Vlees, vis en kip geef je extra smaak door ui, knoflook of peper mee te bakken.”