Placeholder

Waarom het een goed idee is om te monotasken

Waarschijnlijk doe jij het ook, bellen en ondertussen je mail checken. Je denkt effectief bezig te zijn, maar dat valt tegen.

In je brein doe je de activiteiten namelijk niet tegelijkertijd. In je hersenen schakelt je aandacht ongemerkt razendsnel heen en weer tussen de verschillende taken, dus letterlijk van het telefoongesprek naar de mail en weer terug. Doordat je beide dingen niet met je volle aandacht doet, vergeet je een deel van wat er aan de telefoon is gezegd én kun je daarna de mail eigenlijk weer opnieuw lezen.

Wisselen van taak
Zo effectief is multitasken – of eigenlijk task-switching – dus niet. Als je je steeds laat afleiden door andere dingen, moet je brein doorlopend switchen van de ene naar de andere taak. Dit kost veel meer energie dan wanneer je ze afzonderlijk van elkaar zou doen. Een zinloze uitputtingsslag voor de hersenen dus. Hierdoor maak je sneller fouten, keldert je concentratie en creativiteit en ben je minder goed in staat om knopen door te hakken. Bovendien is het veel moeilijker voor je brein om irrelevante informatie te filteren. Gevolg: je bent zeker 40 procent minder productief. Dit blijkt uit onderzoek van Stanford University. En als je brein overprikkeld raakt, raak jij dat ook. Na een lange dag ben je waarschijnlijk kapot.

Geen nieuwe informatie
Multitasken heeft nog een ander nadeel. Het wisselen tussen de verschillende taken kost tijd, ook al is het soms een fractie van een seconde. In die korte tijd neemt je brein géén nieuwe informatie op. En ook dát heb je niet door. Stel, je gluurt tijdens het autorijden even op je telefoon. Je hersenen schakelen dan automatisch mee. Als net in die omschakeling een auto voor je remt of invoegt, merk je dit minder snel op, je reactievermogen is vertraagd en dat is gevaarlijk. Ander voorbeeld: een nieuw recept uitproberen terwijl je naar je kind luistert dat over school vertelt. De kans is groot dat je of niet goed hoort wat je kind vertelt of dat het recept niet het succes wordt dat je hoopte.

Hou het bij monotasken
Monotasken betekent dat je je helemaal focust op één taak. Dit geeft uiteindelijk meer rust, voldoening en energie, maar je blijft ook creatiever en maakt minder fouten, waardoor de taak minder tijd kost.

  1. Minder vaak multitasken doe je door beter te worden in monotasken. Het is belangrijk dat je leert hoe je je aandacht op een ding kunt richten. Zet de timer op je telefoon op vijftien tot dertig minuten en probeer je binnen deze tijd op één specifieke taak te richten en laat je niet afleiden. Lees onze tips om te werken zonder afleiding.
  2. Begin pas aan een nieuwe taak als de vorige echt helemaal is afgerond, inclusief het opruimen van de spullen die je hebt gebruikt. Daardoor kun je relaxed aan de volgende taak beginnen.
  3. Vul een wachtmoment niet op door meteen je Instagram of Facebook te checken, maar staar eens uit het raam. Zodra je je denktank even in de sluimerstand zet, wordt het hersengebied geactiveerd dat verantwoordelijk is voor creatief inzicht. Met een paar minuten níétsdoen, bijvoorbeeld tijdens het douchen, laad je je brein al op.
  4. Las vaste momenten in waarop je je mail en telefoon checkt. Het clusteren van zulke taken vermindert de aanmaak van het stresshormoon cortisol en adrenaline. Wissel beweegklussen af met denkklussen. Dit triggert andere gebieden in je brein, waardoor de kans op overbelasting kleiner wordt.
  5. Minder tijd hebben voor een taak zet je focus op scherp, waardoor je je minder laat afleiden. Als tijd schaars is, word je automatisch kritischer waaraan je het spendeert. Geef jezelf dus een strakke deadline.

Tekst: Esmir van Wering | Beeld: Shutterstock