bloedtransfusie

Zo werkt een bloedtransfusie

Stel je verliest veel bloed door bijvoorbeeld een ongeluk of een operatie dan is een bloedtransfusie soms noodzakelijk. Maar wat gebeurt er nu precies?

 

Of een bloedtransfusie succesvol is, hangt af van de mate waarin het bloed van de gever overeenkomt met dat van de ontvanger. En dat heeft weer te maken met je bloedgroep. Je bloedgroep erf je van je ouders. Er zijn op dit moment 350 bloedgroepen bekend, die weer zijn onderverdeeld in meer dan dertig bloedgroepsystemen. De bekendste is het ABO-systeem, waarbij de O staat voor een nul en niet voor een letter ‘O’, om aan te geven: dit is geen A en ook geen B.

Lees ook:Heel veel bloedweetjes op een rij

Bloed is kieskeurig

Delwel: “Als iemand bloedgroep B heeft, kun je hem alleen een infuus geven met bloedgroep B. Geef je een andere bloedgroep, dan zegt het lichaam: hé, dit herken ik niet, dus ik ga antistoffen aanmaken zodat het weggaat. Andersom gebeurt hetzelfde als iemand met bloedgroep A bloedgroep B krijgt.” Mensen met bloedgroep O mogen om diezelfde reden ook geen bloedgroep A of B toegediend krijgen. Maar heb je bloedgroep AB, dan ontvangt je lichaam zowel bloedgroep A als B.

Ken je bloedgroep

De meeste mensen in Nederland hebben bloedgroep O, zo’n 47 procent. Zo’n
42 procent heeft bloedgroep A, 8 procent bloedgroep B en 3 procent bloedgroep AB. “Veel mensen weten welke bloedgroep ze hebben”, zegt Delwel. “Weet je dat niet, dan raad ik je aan een zelftest te doen. Als je dan een keer te maken krijgt met enorm bloedverlies, kun je snel het juiste bloed toegediend krijgen. Een verkeerde transfusie kan je heel erg ziek maken
en kan in bepaalde situaties zelfs dodelijk zijn.”

Gerelateerde artikelen