Overgang

De overgang is geen aanstellerij

Het idee dat de overgang aanstellerij is en de klachten verwaarloosbaar is achterhaald. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor deze fase in het leven van elke vrouw. Acht eyeopeners die zorgen voor nieuwe inzichten.

1. Je hebt (deels) zelf in de hand hoe je door de overgang rolt

Op haar spreekuur krijgt gynaecoloog Dorenda van Dijken veel vrouwen met een slechte conditie die overgangsklachten hebben. “Een combinatie van risicofactoren is vaak de schuldige”, zegt Van Dijken, die de overgang omschrijft als een sluipend proces dat rond je vijftigste tot een hoogtepunt komt. “Die leeftijd kun je zien als een omslagpunt. Je merkt dat je langer moet herstellen van een sportsessie, het wordt moeilijker om de kilo’s de baas te blijven en daar komt dan ook nog eens een hormoonstroom overheen.” Voor tachtig procent van de vrouwen is dat een vervelend proces en van hen heeft zo’n dertig procent echt hinderlijke tot ernstige klachten. “Je leven kan daardoor behoorlijk op z’n kop worden gezet, wat in dertig procent van de gevallen leidt tot ziekteverzuim op het werk”, legt Van Dijken uit. Haar advies: zo’n tien jaar eerder al beginnen om je lijf in vorm te krijgen en te houden, ook al heb je op dat moment nog helemaal nergens last van. Het is geen garantie dat je fluitend door de overgang fietst, maar het zal het in elk geval een stuk draaglijker maken.
 
2. De Nederlandse kijk op de menopauze is totaal achterhaald

In veel Europese landen worden campagnes gevoerd om de problematiek rondom de overgang in beeld te brengen. Zo niet in Nederland, waar het onderwerp nog altijd in de taboesfeer zit. “Je kunt het vergelijken met pijnbestrijding bij de bevalling”, zegt Van Dijken. “Daarmee waren wij ook het laatste land van Europa.” Het zit volgens haar in onze aard om niet te zeuren en gewoon door te gaan, met als extra hindernis dat de menopauze wordt geassocieerd met ouder worden. “Oud worden, dat willen we allemaal”, aldus Van Dijken. “Maar ouder worden, dat wil niemand. We doen krampachtig ons best om er hip, jong en vlot uit te zien, dus over iets als de overgang hebben we het liever niet. Sterker nog: je kunt beter uit de roulatie zijn door een burn-out dan door overgangsklachten, want dat is tenminste algemeen geaccepteerd. Ik vind dat persoonlijk totaal achterhaald, want alle vrouwen komen tussen hun veertigste en zestigste een keer aan de beurt. Daar wordt vaak een beetje lacherig over gedaan, bijvoorbeeld in theatershows, maar de overgang is niet lachwekkend.”
 
3. Het is veel meer dan alleen nachtzweten en opvliegers

Opvliegers en nachtzweten zijn bekende klachten van de overgang. Wat minder bekend is, is dat die klachten een enorme wissel kunnen trekken op je leven. “Opvliegers en nachtzweten zorgen ervoor dat je enorm inlevert op je nachtrust”, zegt Van Dijken. “Door de vermoeidheid die dat oplevert krijg je geheugen- en concentratiestoornissen, wat weer kan leiden tot stemmingswisselingen. Heb je in het verleden al eens een depressie gehad, dan is de kans dubbel zo groot dat je er rondom de overgang weer een krijgt.” Ook spier- en gewrichtsklachten horen bij de overgang, wat vooral een probleem is voor vrouwen die met hun handen werken. “Je realiseert je pas hoeveel je met je handen doet als je er last van krijgt, bijvoorbeeld als je marktverkoper of directiesecretaresse bent”, aldus Van Dijken. Los daarvan zijn er ook nog tal van andere fysieke veranderingen, door Van Dijken omschreven als een ‘treurig lijstje’: “Je stofwisseling wordt trager, je verliest meer haar, je huid wordt slapper en je krijgt een buikje, allemaal zaken waar veel vrouwen toch onzeker van worden.”
 
4. Er is één duidelijke ‘schuldige’ die alle ellende veroorzaakt: oestrogeen

De meeste vrouwen die bij gynaecoloog Van Dijken komen, hebben geen flauw idee waarom we klachten krijgen als we in de overgang raken. Ja, iets met hormonen. Maar verder? “De rode draad door het hele verhaal is het verlies van het hormoon oestrogeen”, vertelt Van Dijken. “Oestrogeen wordt gemaakt door je eierstokken, waar zich vanaf je geboorte een bepaalde hoeveelheid eicellen bevindt. Op een gegeven moment is die voorraad op, maar voordat het zover is, wordt de kwaliteit van de eicellen al minder. Het gevolg daarvan is dat er minder oestrogeen wordt aangemaakt, wat het begin van de overgang markeert. Daar kun je meteen al iets van merken, want oestrogeen is een allesbepalend hormoon dat invloed heeft op je gewicht, cholesterol, bloeddruk en elasticiteit van je huid, haarzakjes, bloedvaten, banden, pezen en spieren. Als er minder oestrogeen wordt aangemaakt, dan kun je daar dus veel last van hebben. In een later stadium stabiliseert zich dat wel weer een beetje, maar het wordt nooit meer zoals het voor de overgang was.”

 
5. De oplossing is simpel (maar niet voor iedereen weggelegd)

Hormoontherapie is het antwoord op vrijwel alle klachten die de overgang veroorzaakt. Je vult er het tekort mee aan, waardoor er meteen verlichting optreedt. Dus waar wachten we nog op? “In een groot onderzoek met oudere vrouwen en producten die in Europa niet op de markt zijn geweest, is ooit aangetoond dat er een kleine kans is op borstkanker en hart- en vaatziekten”, zegt Van Dijken. “Dat is dus niet van toepassing op het huidige regime, maar toch zit hormoontherapie daardoor in het verdomhoekje, mijns inziens onterecht. Als hormoontherapie al extra risico geeft op hart- en vaatziekten en borstkanker, dan gaat dat vrijwel altijd gepaard met andere risicofactoren die al spelen, zoals een hoge bloeddruk, overgewicht of ongezonde voeding. In dat geval moet je extra opletten, maar hormoontherapie kan vrouwen met hinderlijke klachten juist enorm helpen. In principe voor maximaal vijf jaar, omdat er dan bij vrouwen boven de vijftig jaar een licht verhoogde kans is op borstkanker en baarmoederkanker, maar er zijn uitzonderingsgevallen. Mijn oudste patiënt is negentig jaar en gebruikt het al 45 jaar. Ze komt altijd met knalroze lippenstift en een bloem in haar kapsel de spreekkamer binnen. Zo zijn er meer vrouwen die zeggen: ik wil niet stoppen, want ik merk wat het allemaal voor mijn lijf doet. Als vrouwen goed geïnformeerd zijn over de risico’s, besluiten ze uiteindelijk zelf.”
 
6. Er is een directe link tussen hart- en vaatziekten en de overgang

Vanaf het moment dat de overgang intreedt, krijgen je hart en vaten een optater. Dat heeft te maken met – jawel, daar is ’ie weer – de daling van oestrogeen. “Zonder dit hormoon worden je vaatwanden een beetje star, dat is vaak het gevolg van een hogere bloeddruk en dito cholesterolgehalte”, zegt cardioloog Janneke Wittekoek, specialist op het gebied van het vrouwenhart. “Stel: jij hebt op je veertigste een keurige bloeddruk en een prima cholesterol. Die waarden kunnen op je vijftigste alsnog verslechteren, ook al verander je niks aan je levensstijl. Dat is de impact die de overgang heeft. Ik wil vrouwen daarom stimuleren om al vanaf hun dertigste levensjaar wat meer inzicht te krijgen in wat zich aan de binnenkant afspeelt, zodat je meteen kunt ingrijpen op het moment dat het achteruitgaat. Je kunt je bloeddruk en cholesterolgehalte zelf controleren met een thuistest, maar het is ook niet gek om je huisarts eens per jaar te vragen om een check-up. Wat zijn je bloedglucosewaarden, is je vitamine-D-gehalte hoog genoeg? Iedereen praat over preventie, we moeten gezonder leven en meer bewegen, dan wil je ook weten wat normale waarden zijn en hoe je lichaam ervoor staat.”
 
7. De menopauze is iets anders dan de overgang (en andersom)

De termen menopauze en overgang worden vaak door elkaar gebruikt, alsof ze inwisselbaar zijn. Dat klopt niet, want de menopauze is de laatste dag dat je bloedt, de overgang is alles eromheen. De leeftijd waarop de meeste vrouwen met de overgang te maken hebben, is ergens tussen het veertigste en zestigste levensjaar, met een gemiddelde van 45 tot 47 jaar. De menopauze treedt meestal op tussen het 48ste en 55ste jaar, met een gemiddelde rond de 51 jaar. “Het lijkt misschien onbelangrijk welk etiketje je erop plakt, maar het verschil is belangrijk bij het begrijpen van bepaalde klachten”, zegt gynaecoloog Van Dijken. “Ik zie regelmatig vrouwen die nog wel menstrueren, maar toch al overgangsproblemen hebben. Vaak hebben zij van hun arts te horen gekregen: dat kan niet, want je wordt nog ongesteld. Dat kan dus wél, want de overgang begint vaak al ver voor de menopauze. Dat is iets wat veel vrouwen, maar ook bedrijfsartsen, huisartsen en soms zelfs gynaecologen niet weten. Het is voor iedereen goed als daar meer bewustwording over komt.”
 
8. Veel beweging en het mediterrane dieet helpen je nu én straks

Een van de meest gehoorde klachten is dat de kilo’s er na de menopauze aan vliegen. “Dat kan kloppen, want je verbranding wordt trager”, zegt Van Dijken. “Je kunt dus toe met minder calorieën en minder grote porties. Als je veel last hebt van de overgang, ben je bovendien vaak niet gemotiveerd om te bewegen, wat zorgt voor nog meer gewichtstoename. Het is een glijdende schaal, die al begint na je veertigste. Wil jij tijdens de overgang fit blijven, dan is het zaak om daar op tijd rekening mee te houden. Let vanaf je veertigste op wat je eet en hoeveel je eet en drinkt. Het mediterrane dieet is een gezonde keuze, met veel groentes en fruit. Een stukje vlees of vis op z’n tijd is ook goed, want daar zitten allerlei voedingsstoffen in die je nodig hebt. Bewaar alcohol voor speciale gelegenheden en stop met roken, mocht je dat nog doen. Heel belangrijk is ook dat je regelmatig beweegt, liefst een combinatie van conditie- en krachttraining. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die veel bewegen zich beter voelen tijdens de overgang en aangetoond meer kwaliteit van leven hebben.”

Tekst: Fleur Baxmeier

Genoten van dit artikel? Dit artikel stond in het blad Santé, dat maandelijks in de winkel ligt!

Tip van de redactie

Fitbit Versa3 smartwatch

Fitbit Versa3 Ad
Shop