Waarom je altijd moet reageren op het brandalarm
Test: stel je zit op kantoor en je hoort het brandalarm. Wat doe je? 1. Naar de wc gaan 2. De computer uit zetten 3. Een e-mail sturen 4. Wachten op toestemming om te mogen vertrekken 5. Andere schoenen aandoen 6. Aan collega’s vragen of zij weten wat er aan de hand is 7. Zo snel mogelijk naar buiten gaan Lees hier wat de meeste mensen doen.
Test gedaan? Dan ben je vast nieuwsgierig naar wat andere mensen zoal doen. Gemiddeld voeren mensen vier activiteiten uit voor ze daadwerkelijk reageren op het brandalarm en in beweging komen. De tijd die mensen uittrekken voor niet noodzakelijke handelingen varieert van een tot twintig minuten, maar kent ook uitschieters naar een half uur. Waarom reageren we zo traag? Omdat we kuddedieren zijn.
911
Bij de aanslag op het World Trade Centre in New York in 1993 duurde het zes uur om iedereen het gebouw uit te krijgen. Dat hetzelfde gebouw in 2001 in honderd minuten geëvacueerd was, is mede te danken aan het werk van de inmiddels overleden Canadese onderzoekster Guyléne Proulx. Ze was een expert op het gebied van menselijk gedrag bij brand. Haar onderzoek resulteerde onder andere in betere vluchtroutes en noodverlichting. Desondanks, zo concludeerde Proulx, was er een zwakke schakel die elk vluchtgedrag vertraagde: de mens. Wanneer het brandalarm klinkt, zou je denken dat mensen opspringen en naar de dichtstbijzijnde nooduitgang rennen. Maar nee, vijfenzeventig procent van de mensen dekt bij het horen van een brandsignaal dat het om een vals alarm gaat. Bij een brand wordt daardoor kostbare tijd verloren.
Nutteloze handelingen
Niet alleen negeren mensen in eerste instantie het brandsignaal, ook als duidelijk is dat er wel iets aan de hand is, dan nog verliezen mensen tijd met nutteloze handelingen voor ze zich naar buiten begeven. Proulx onderzocht ook het vluchtgedrag tijdens de ontruiming van het WTC op elf september 2001. Zo ontdekte ze dat mensen er gemiddeld negen minuten over deden om van hun werkplek te vertrekken. En in die negen minuten deden ze nog van alles: andere schoenen aan doen, hun computer afsluiten, bellen, hun jas aan doen, wachten op toestemming om te mogen vertrekken, hun spullen bij elkaar zoeken of naar de wc gaan. Sommigen deden daar wel een half uur over. Slechts tien procent van de mensen liet dat achterwege en zocht direct de uitgang.

Waarom reageren we zo traag?
De vraag is natuurlijk waarom mensen zo traag en tegen de verwachting in reageren. Omdat mensen sociale wezens zijn en in geval van nood terug vallen op hun groepsgedrag. Een van de meest shockerende voorbeelden daarvan is het klassieke experiment van twee Amerikaanse psychologen. Een argeloze proefpersoon wordt in een kamer gezet die langzaam met rook wordt gevuld. De proefpersoon weet niet dat de andere aanwezigen in de kamer acteurs zijn die de opdracht hebben gekregen om niet te reageren op de overduidelijke brandsignalen. Op YouTube is het experiment – zonder geluid – te bekijken en daar is te zien dat een proefpersoon zeker twintig minuten in een kamer zitten vol rook blijft zitten. Slechts een op de tien staat op om de brandsignalen te melden.
Alleen in een kamer
Zouden ze anders reageren als ze alleen in die kamer zaten? Dat vroegen de onderzoekers zich uiteraard ook af en daarom herhaalden ze het experiment met iemand die alleen in de kamer zat. Hoewel driekwart van proefpersonen in deze situatie de brand ging melden, bleef nog steeds een kwart zitten zonder iets te doen.
Neem nooit de lift
In 2006 brak er in een wolkenkrabber in Chicago rond vijf uur ’s middags brand uit. Bij deze kantoorbrand, waarbij zes mensen stierven, bleek eenenvijftig procent van de mensen de lift te hebben genomen in plaats van de brandtrap. De psychologen die het vluchtgedrag bij deze brand bestudeerden verklaarden het veelvuldig en gevaarlijk gebruik van de lift door het tijdstip van de brand, vijf uur ’s middags. Een tijdstip dat veel mensen associëren met het dagelijks verlaten van hun kantoor – per lift dus.
Metrobrand
Dat mensen in geval van brand in de rol blijven die ze op dat moment hebben, is ook de belangrijkste conclusie van de Engelse hoogleraar psychologie David Canter. Hij deed onder andere onderzoek naar de grote metrobrand in King’s Cross in Londen in 1987 en naar de brand in het voetbalstadion van Bradford in 1985. Bij die laatste brand ontdekten twee voetbalsupporters dat het letterlijk erg warm onder hun voeten werd, onder hun stoel zagen ze vlammen. De brand, die uiteindelijk zesenvijftig mensen het leven zou kosten, probeerde ze te doven door er koffie over te gooien. Toen dat niet werkte, riepen ze de hulp in van een agent, die vervolgens zijn meerdere inlichtte, die op zijn beurt het hele voetbalveld rond liep om bij de tribune een kijkje te nemen.

Van deze en ook van andere branden in voetbalstadions is bekend dat voetbalsupporters heel lang in hun rol van supporter blijven en soms pas in beweging komen nadat duidelijk is dat de wedstrijd ook echt is afgelast.
Brand blussen
De rol die mensen op een bepaald moment – min of meer toevallig – hebben, bepaalt dus hoe ze handelen wanneer er brandgevaar is. Uit gegevens over de Londense metrobrand is bekend dat sommige mensen het begin van de brand zagen maar er niet op reageerden omdat ze in hun rol van metroreiziger bleven. Het blussen van branden hoort niet bij die rol. Bekend is zelfs dat reizigers op hun weg naar beneden rook uit de houten (!) roltrappen zagen komen en toch niet afweken van hun weg naar de ondergrondse.
Ook de medewerkers bleven lang in hun rol als medewerker. Veel, kostbare tijd, lieten ze verloren gaan aan het onderzoeken van de brand. Een junior medewerker nam eerst een kijkje, waarna hij zijn meerdere erbij riep, die op zijn beurt weer ging kijken. Ondertussen bleven de metro’s gewoon door rijden en hoewel de bestuurders de opdracht hadden gekregen om niet op het station te stoppen, lieten sommige toch hun passagiers uitstappen op het levensgevaarlijke metrostation. Per e-mail bevestigt David Canter zijn bevindingen uit die tijd. ‘Onze belangrijkste ontdekking is dat mensen over het algemeen doorgaan met een bestaand gedragspatroon. Een patroon dat ze geschikt achten voor die plek, zelfs als er gevaar dreigt.’
Naar buiten rennen
De taak waarmee je bezig bent op het moment van het alarm heeft ook invloed. Wie toegewijd en met plezier werkt is minder snel genegen om het werk te laten liggen en naar buiten te stormen. Hetzelfde geldt voor plezierige bezigheden. Wie net nieuwe schoenen aan het passen is, of een leuke film kijkt, zal minder snel naar buiten rennen dan een scholier tijdens het laatste uur maatschappijleer.
Nooduitgang
Het probleem is dus niet altijd de tijd die mensen nodig hebben om bij een nooduitgang te komen, maar de tijd die mensen nodig hebben om te realiseren dat ze het gebouw moeten verlaten. En zijn ze eenmaal in beweging gekomen, dan laten ze nog steeds geen efficiënt vluchtgedrag zien. Integendeel. De meeste kiezen onder stress voor vertrouwdheid. Liever nemen ze de route die ze kennen, dan een kortere, veiligere, maar onbekende vluchtroute. Ze zijn zelfs bereid om door zeer giftige rook te lopen in plaats van om te draaien om een alternatief te zoeken.
Veluwemeer
Dat laatste ontdekte de Nederlandse onderzoekster Margarethe Kobes. Ze promoveerde bij de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU op menselijk vluchtgedrag bij brand. Haar proefpersonen hadden zich ingeschreven voor een experiment dat zou plaatsvinden in Hotel Veluwemeer. Na afloop van een dag testen maken over verkeersveiligheid werden ze vriendelijk bedankt en kregen ze als beloning een overnachting in het hotel. ‘Toen begon het echte experiment pas,’ vertelt Kobes. De proefpersonen werden een voor een midden in de nacht uit hun bed gebeld met de mededeling dat er brand was en dat ze het hotel zo snel mogelijk moesten verlaten. De onderzoekers keken vervolgens hoe elke hotelgast alleen zijn of haar weg naar buiten zocht. ‘Ontwerpers van gebouwen gaan ervan uit dat mensen in geval van nood via de kortste route vluchten,’ zegt Kobes. ‘Zeventig procent van de hotelgasten koos de voordeur, terwijl de nooduitgang dichterbij was.’ Toen Kobes hetzelfde scenario in een virtuele omgeving aanbood, bleek zelfs met waarneembare rook vijfendertig procent van de proefpersonen niet de nooduitgang te kiezen. Uit het onderzoek van Kobes bleek ook dat de bordjes naar de nooduitgang nauwelijks opvielen. ‘Mensen zien ze niet. Ze kiezen bovendien veel vaker de bekende route. Ook omdat ze niet gewend zijn om de branduitgang te nemen. Als je op de dertiende verdieping van een kantoorgebouw werkt, neem je eerder de lift dan een keer de brandtrap. Maar eigenlijk zou het goed zijn om die brandtrap wel af en toe te nemen, zodat je ook in noodsituaties weet waar die is.’
Wat kun je wel doen?
Wat kun je wel doen? Bedenk dat een brand niet altijd te zien of te ruiken is en zich razendsnel kan ontwikkelen. Kijk als je in een hotel of nieuw pand bent altijd waar de vluchtroutes zijn. Kijk waar de brandtrap is en neem nooit de lift. Dus: NOOIT!
Van de World Trade Center-ontruiming is bekend dat hoe minder managers er aanwezig waren, hoe langer mensen er over deden om te vertrekken. Is er niemand met autoriteit aanwezig, neem dan zo snel mogelijk zelf de leiding!Geef duidelijke instructies en blijf rustig.
De hoofdingang is niet per se de snelste manier om een gebouw te verlaten. Let op de verlichte borden en paden op de grond. Het alarm zelf geeft geen informatie, dus ga daar niet op af. Denk niet dat er niks aan de hand is omdat iedereen om jou heen rustig is. Er breekt zelden paniek uit wanneer een alarm afgaat. Paniek ontstaat pas wanneer mensen zich realiseren dat ze een pand niet meer uit kunnen. En: koop een blusdeken en een brandblusser voor thuis! Ken je deze design blusdeken al?
Tekst: Manon Sikkel. Beeld: Getty Images
Tip van de redactie
